Afstand moet je voelen, moet je ervaren

Het is woensdagmiddag. In de klassen zijn de leerkrachten druk bezig met het voorbereiden van de contractbrief voor de kinderen. Bij het rekenen staan de begrippen meter, kilometer, centimeter op de agenda. Collega Maartje stelt voor om één kilometer te gaan lopen. Dan ervaren de kinderen wat een kilometer is. Dat gaan we doen.

Dit is een ingezonden stuk van OBS Uilenspiegel.

We kijken op Google Maps waar we naar toe kunnen lopen. Van school naar de grote speeltuin in de wijk ‘De Donk’ blijkt precies een kilometer te zijn. In de klas kijken we hoeveel centimeter een stap is van een kind. We zien daarbij ook al verschillen. Sommige kinderen hebben een stap van 50 centimeter, andere kinderen weer een stap van 55 centimeter.

Voordat we gaan, maken we tweetallen. Ieder tweetal heeft een blaadje en een potlood bij zich. Om de stappen te turven. Vier streepjes en dan een dwars streepje. Samen verzamelen we bij de poort. We vertrekken. Er wordt goed geteld. En geturfd. Elke tien stappen is één streepje. Ik zie Jip flinke stappen maken en vraag mij af, of hij met zijn maatje wel goed aan het turven is. Ik loop naar hem toe. ‘Hoe zijn jullie aan het turven? ’, vraag ik. ‘Ik maak vijftig stappen en daarna zetten wij de streepjes, alle vijf tegelijk’, zegt Jip. ‘Dat gaat sneller.’ Ik kan hem en Ties daar geen ongelijk in geven.

‘Wow, wat is een kilometer ver’, hoor ik één van de kinderen zeggen. Na een flinke wandeling komen we aan bij het speeltuintje. Er wordt druk geteld hoeveel streepjes er staan. Met een rekenmachientje vermenigvuldigen we de streepjes keer 10. En dan nog keer het aantal centimeters dat een stap groot is. Het ene groepje komt uit op 980 meter. Het andere groepje komt uit op 960 meter. We zitten allemaal dicht bij de 1000 meter. En duizend meter is één kilometer.

Maartje en ik weten zeker dat de kinderen vanaf nu voelen dat één kilometer heel veel stappen zijn. En we weten ook zeker dat de kinderen nu ook het verschil tussen een meter en een kilometer hebben ervaren. Dit gaat zoveel meer beklijven dan opdrachtjes maken uit het boek. Wanneer we kubieke meter moeten gaan leren, moeten we die ook maar gaan bouwen of graven. Dan voelen, zien, ervaren de kinderen hoe groot dat is. Hoe veel dat is. En dat blijven ze onthouden. Dat gaan we dan doen. Dát is een onderdeel van ervaringsgericht onderwijs.

Team Uilenspiegel
Sjaak van Moorsel