Parels van de Heemkamer – 26
vrijdag 17 januari 2025 door Redactie inBoekel
Voor de moderne huisvrouw en huisman is de wasmachine een gegeven. We kunnen ons niet meer indenken hoe vorige generaties hun was moesten doen. Ze beschikten heel lang niet over leidingwater. Het water moest worden opgepompt of met een putemmer omhoog gehaald. Vaak was dat eigen water sterk ijzerhoudend.
Het is geen wonder dat ze toen ook wat langer konden doen met hetzelfde ondergoed en met dezelfde werkkleding. De luxe van tegenwoordig met elke morgen alles schoon, bestaat nog niet erg lang. Een keus moeten maken uit twintig soorten zeep en vele geurtjes was toen niet aan de orde. Toch is het niet zo lang geleden dat moeder de vrouw, of een aanwezige dienstmeid, een dagtaak had aan de was. Zorgvuldig gesorteerd op kleur en wit, op eventuele stukjes kant of wol, sjouwden zij ermee naar de tobbe. Op boerderijen ging de kookwas in dezelfde ketel als de aardappelen voor de varkens. Er bestaan vele foto’s en schilderijen van de was die ‘op den bleek’ of ‘den dries’ ligt te ‘zonnen’.
En kijk eens naar het handgereedschap voor de was uit die tijd. Het wasbord staat symbool voor het huishoudelijk werk van toen. Verder de sopklopper, de houten grijptang, de zeepschudder en de wasstamper. En dan praten we nog niet over de monsterlijk zware stalen strijkijzers, die warm waren van de hete kooltjes en van de kachel. Arbo-richtlijnen waren er nog niet. Wie herinnert zich niet de waslijnen vol met veelvuldig verstelde overalls en broeken, met gestopte gebreide sokken en met die hemden met een roestige plek en gaatjes waar een scapulier had gezeten. De eerste wasmachines hadden trommels waarin een roerarm langzaam links- en rechtsom draaide en de eerste centrifuges waren losse apparaten. Telkens moest de was voor een volgende fase in het proces handmatig worden verplaatst. Geen huisvrouw die nostalgisch doet over die goede oude tijd, toen de was nog met de hand gedaan moest worden, en ieders rug op de proef werd gesteld.